
Zahed Ashkara
AI & Legal Expert
Klaar om te starten met AI in jouw juridische praktijk?
Bekijk ons aanbod van AI trainingen en start vandaag nog met het implementeren van AI in jouw dagelijkse werkzaamheden.
Bekijk onze AI trainingenAI & Legal Expert
Bekijk ons aanbod van AI trainingen en start vandaag nog met het implementeren van AI in jouw dagelijkse werkzaamheden.
Bekijk onze AI trainingenLaden...
De snelle opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) belooft grote voordelen voor de energiemarkt: betere efficiëntie, slimmere netwerken en nauwkeurigere afstemming van vraag en aanbod. Toch hangt er een paradoxale schaduw over deze ontwikkelingen: terwijl AI-systemen individueel efficiënter worden, neemt het totale energieverbruik exponentieel toe1. Deze dynamiek staat bekend als de Jevons paradox en vormt een groeiende uitdaging voor duurzaamheid en klimaatdoelen. Dit artikel onderzoekt hoe AI tegelijkertijd oplossingen biedt én problemen creëert, en hoe we effectief om kunnen gaan met deze paradoxale relatie.
De energiemarkt bevindt zich midden in een transformatie, mede dankzij AI. Slimme netwerken, voorspellend onderhoud, geoptimaliseerde energiehandel en verbeterde integratie van hernieuwbare energiebronnen tonen al indrukwekkende resultaten. Zo stelt AI netbeheerders in staat om vraag en aanbod real-time op elkaar af te stemmen, wat leidt tot minder verspilling, lagere kosten en grotere betrouwbaarheid van het energienetwerk. Dit soort toepassingen zorgen voor aanzienlijke efficiëntiewinsten en spelen een cruciale rol bij het behalen van klimaatdoelen.
Ondanks deze verbeteringen ligt er een fundamentele paradox op de loer. De Jevons paradox, geïntroduceerd door William Stanley Jevons in 18652, beschrijft hoe technologische efficiëntieverbeteringen paradoxaal genoeg het totale verbruik van hulpbronnen kunnen verhogen. Dit komt omdat efficiëntie kosten verlaagt, waardoor vraag toeneemt en nieuwe toepassingen ontstaan. Zo leidde de introductie van efficiëntere stoommachines tijdens de Industriële Revolutie tot meer kolenverbruik, niet minder.
Technologie | Efficiëntieverbeteringen | Verwacht Effect | Jevons Paradox Effect |
---|---|---|---|
Stoommachines (1865) | 10x efficiënter kolenverbruik | Minder kolenverbruik | 10x meer kolenverbruik door nieuwe toepassingen |
LED-verlichting | 75% energiezuiniger dan gloeilampen | Lager stroomverbruik | Meer verlichting gebruikt, ook decoratief |
AI-modellen | 2x efficiënter per berekening | Minder energieverbruik | Explosieve groei in AI-toepassingen en datacenters |
Elektrische auto's | 3x efficiënter dan benzineauto's | Minder energieverbruik | Meer gereden kilometers door lagere kosten |
Deze tabel illustreert hoe efficiëntieverbeteringen vaak leiden tot verhoogd gebruik en verbruik, in plaats van de verwachte besparingen.
Microsoft CEO Satya Nadella bevestigt hoe de Jevons paradox zich manifesteert in de AI-sector: meer efficiëntie leidt tot explosieve groei in gebruik.
AI vertoont exact hetzelfde patroon1. Terwijl individuele AI-systemen steeds minder energie per berekening gebruiken, zorgt de lagere kostprijs ervoor dat AI breder en intensiever wordt toegepast, met explosief stijgende energievraag tot gevolg. Wereldwijd groeit het energieverbruik van datacenters enorm: van 200 terawattuur in 2022 naar naar verwachting 1.050 terawattuur in 2026. Deze groei wordt grotendeels aangedreven door AI-technologieën als deep learning, die enorme hoeveelheden data verwerken en daardoor buitengewoon energie-intensief zijn.
De impact van AI beperkt zich echter niet alleen tot direct energieverbruik. Naast stijgende elektriciteitsvraag veroorzaken AI-systemen ook aanzienlijke hoeveelheden elektronisch afval door frequente hardware-upgrades en verbruiken ze grote hoeveelheden water voor koeling van datacenters. Bovendien leidt AI-adoptie tot indirecte effecten, zoals veranderende consumptiepatronen, nieuwe marktdynamieken en een algehele versnelling van economische groei, die gezamenlijk het totale energieverbruik verder verhogen1.
Het debat over AI en duurzaamheid concentreert zich vaak op directe effecten, maar een volledige analyse vereist ook inzicht in deze indirecte effecten. Zo kunnen slimme thermostaten in woningen individueel energie besparen, maar collectief comfortgebruik vergroten, waardoor het totale verbruik toch stijgt. Deze tweede-orde-effecten worden vaak onderschat in beleidsvorming en analyses.
Er bestaat discussie onder experts over de exacte toepasselijkheid van de Jevons paradox op AI2. Voorstanders stellen dat de groeiende toegankelijkheid en lagere kosten van AI-technologie juist leiden tot een bredere toepassing en daarmee meer energieverbruik. Bedrijven zoals Google DeepMind, OpenAI en DeepSeek AI creëren lichtere, efficiëntere modellen, maar deze efficiënte systemen stimuleren nieuwe, energie-intensievere toepassingen zoals autonome voertuigen, realtime vertalingen en telegeneeskunde1.
Critici daarentegen menen dat moderne economieën complexer zijn en regulerende factoren het rebound-effect gedeeltelijk kunnen beperken. Zij wijzen erop dat marktverzadiging, regelgeving en maatschappelijke normen ervoor kunnen zorgen dat efficiëntiewinsten niet automatisch leiden tot hogere consumptie. Toch laat de empirische werkelijkheid zien dat de totale energiebehoefte snel stijgt naarmate AI-systemen goedkoper en toegankelijker worden.
De explosieve groei van AI en het daarmee samenhangende energieverbruik stelt de samenleving voor grote uitdagingen. Landen zoals Nederland en Duitsland ervaren nu al serieuze problemen met netcongestie als gevolg van het toenemende gebruik van datacenters en andere AI-infrastructuur. Dit vereist aanzienlijke investeringen in netwerkcapaciteit, energieopslag en slimme belastingmanagementsystemen.
Interessant genoeg kan AI zelf ook deel van de oplossing zijn door netwerken slimmer en flexibeler te maken. Daarnaast ontstaan nieuwe geopolitieke dimensies waarbij toegang tot betaalbare en betrouwbare energiebronnen een strategisch voordeel wordt. Energie-infrastructuur wordt daarmee een kernpunt in internationale concurrentie.
Om effectief met deze paradoxale situatie om te gaan, is doordacht beleid noodzakelijk2. Experts benadrukken dat efficiëntiewinsten gepaard moeten gaan met conservatiebeleid, zoals groene belastingen en emissiequota, om rebound-effecten in te dammen. Een interdisciplinaire aanpak die technische analyses combineert met socio-economische studies kan bijdragen aan beter begrip en beheersing van indirecte effecten.
Daarnaast vraagt deze situatie om nieuwe bedrijfsmodellen en marktlogica's waarin duurzaamheidscriteria minstens zo belangrijk zijn als winst en prestaties. Het bewustmaken van consumenten en bedrijven over rebound-effecten kan helpen bij het stimuleren van verantwoordelijker energiegebruik.
De relatie tussen AI en energiegebruik illustreert helder hoe technologische efficiëntie niet automatisch leidt tot minder verbruik1. De Jevons paradox benadrukt dat zonder actief ingrijpen, de voordelen van AI voor duurzaamheid grotendeels teniet kunnen worden gedaan door verhoogde consumptie. Dit inzicht biedt waardevolle lessen voor beleidsmakers, bedrijven en consumenten.
Door de Jevons paradox serieus te nemen, interdisciplinair onderzoek te stimuleren en innovatief beleid te voeren, kan AI juist een sleutelrol spelen in het realiseren van een duurzame energietoekomst. We moeten echter proactief handelen om te voorkomen dat efficiëntiewinst zich vertaalt naar onbedoelde, negatieve gevolgen voor klimaat en milieu.